Op donderdag 11 september 2014, Bert Kisjes opende de serie De sPreekstoel met een vertelling over zijn leven, zijn drijfveer en motivaties, over sommige beslissingen en de redenen daarvan. En over zijn kijk dit nieuw project: De Grote Kerk van Beverwijk.
Hij begon de lezing met het beantwoorden van een onzichtbare vraag waarmee we alle mensen een keer mee geconfronteerd worden, -Waarom vertrouwen we niet op mensen? Misschien omdat we loyaliteiten verwachten die niet aan een mens toebehoren. In zijn woorden: ‘één mens is niet een droge baksteen dat een huis moet dragen. Het lijkt meer op een boom met een stam, een zichtbaar kruin en met een onzichtbare kant die nog groter is: het zijn de wortels. Mensen zijn zoals die wortels, ze groeien, ze verplaatsen ze zich.
Bert denkt dat het is mogelijk om vertouwen te hebben in mensen zoals ze zijn. En dat heeft hij altijd gehad.
Geboren kort voor de oorlog in een klein dorp aan de Duitse grens, heeft het geluk gekend van de vrijheid van de klein gemeenschap dat elke kind kan wensen: komen en gaan waar je maar wil, open deuren die je altijd mag betreden en genieten van de natuur. ‘Liggen op een veld tussen de Boterbloemen en de Margrieten en kijken naar de wolken die zicht haastig verplaatsen’. Daarom heeft hij nooit kunnen begrijpen dat mensen op dorpen afhaken.
Hij beslist om theologie te gaan studeren, en dat brengt hem op een gymnasium buiten de dorp. Dit was zijn eerste kennismaking zijn met de buitenwereld. Hier deelde hij school met zoons en dochters van de notabelen van de stad, maar ook met bijzondere docenten, allemaal anders gezind.
Daarna volgde de universiteit en de wereld werd steeds spannender. Een periode met veel reizen, veel projecten en ontdekkingen, zoals de politiek. Maar ook hier blijft het bij het observeren, nadenken en geen partij kiezen.
Hij begreep toen al, dat in die tijd een kerk vrijer kon bewegen dan de politiek, het Rode Kruis, of wie dan ook. Dus deed hij dat. Hij reisde de wereld rond met de kerk en studenten projecten: Nieuw Guinee, Indonesië en een studie jaar in Praag. En hier, nogmaals, waren de mensen even belangrijk als de studie. Hun motivaties, hun nieuwsgierigheid naar het westen, de kunst die ze makten, vooral beeldend kunst.
En heel belangrijk, Bert besefte dat de politiek vol tegenstellingen zit. De werkelijkheid achter de IJzeren Gordijn is anders dan men hier over dacht: het gedrag dat hier als conservatief werd genoemd, leek veel op die van de linkse groepen daar. En andersom. Maar in die jaren, was de wereld nog niet klaar voor die openbaring. En het heeft, in feite, nog decennia geduurd voor deze werkelijkheid werd geaccepteerd.
De studie is nog steeds voor hem belangrijk, Grieks en Hebreeuws leren is een levenstaak geworden. Het probleem zat in de dogmatiek, de leerstellingen, daar had hij geen belangstelling voor, wat bepalend werd om niet in de kerk te blijven.
Wel heef hij interesse in kerkgeschiedenis: “Wil je de geschiedenis van de ideeën van de mensen leren kennen, neem dan een kerkgeschiedenis boek”. Hij neemt het altijd mee op reis. Dan worden de vage tekeningen van het verleden zichtbaar als dikke penseelstreken om de gebeurtenissen van het heden omlijnt.
Per toeval, mocht zoiets bestaan, werd hij directeur van de Dromedaris in Enkhuizen. Hij vertelde dat het was daar waar hij de openbare leven heeft ontdekt; iedereen kan zomaar binnenkomen. Open staan voor wie het even niet meer weet, maar wel open sta. Dit is een gevecht tegen stigmatisaties. Het was voor hem een mooie ontdekking dat in Wijk aan Zee werd opnieuw toegepast.
Wat Bert niet heeft verteld is dat toen hij in Wijk aan Zee aankwam, bestond het dorp uit een klein groep inwoners die, in het algemeen, langs elkaar leefden zonder een gemeenschappelijke doel. Zijn invloed is groot geweest. Vanuit hotel Sonnevanck kwamen allerlei initiatieven die de dorpelingen, iedereen naar eigen voorkeur en kunnen, de zijne hebben gemaakt: de ene bood zijn huis aan voor de bezoekers van dorpen uit hele Europa, het andere kon meedenken en uitvoeren van creatieve oplossingen voor de kust die in gevaar werd gebracht: Wijk aan Zee zou gaan verdwijnen en deel gaan uitmaken van een uitgestrekte haven.
Maar Wijk aan Zee staat er nog en, nog beter, het is een gelieve bestemming voor Beverwijkers om in te wonen. Want het heerst een goed sfeer, het dorp leeft.
En nu sta Bert voor de uitdaging om Beverwijk met zijn 40.000 inwoners in beweging te krijgen en misschien dichter bij elkaar te komen.
Hij is al begonnen. En zoals in de Dromedaris in Enkhuizen of in Hotel Sonnevanck in Wijk aan Zee, hij heeft de deuren open gedaan, dit keer van de Grote kerk in Beverwijk, en iedereen mag binnen komen. Zo begint het altijd.